Eigen ontwikkeling in Amerika

Terwijl Schönberg en zijn volgers de muziek gecompliceerder maakten en langzamerhand een deel van het publiek afhaakte, was er in Amerika iets anders aan de hand. In de 'Nieuwe Wereld' sprankelde het van de energie en die levenslust was ook hoorbaar in de muziek. De klassieke muziek, die zijn basis had in de Westerse klassieke muziek, ging steeds meer zijn eigen weg en werd beïnvloed door de jazz.

Charles Ives (1874 - 1954)

Charles Ives wordt algemeen gezien als de eerste Amerikaanse klassieke componist van internationale betekenis. Hij verdiende zijn brood als verzekeringsadviseur en componeerde in zijn vrije tijd. Pas op latere leeftijd werd zijn werk ontdekt en veelvuldig gespeeld. Zijn muziek bevat veel oorspronkelijke elementen die men eerder bij avantgardecomponisten als Stravinsky of Bartók zou verwachten. Ives experimenteerde met nieuwe mogelijkheden, zoals bitonaliteit (meerdere toonsoorten door elkaar) en polyritmiek (verschillende ritmes tegelijk). Ook citeerde hij uit andere composities en verwees naar kerkelijke gezangen

 

Kop

The Unanswered Question is zijn bekendste werk. De musici staan niet alleen op het podium maar een deel van hen speelt vanuit de zaal waardoor je een typisch effect krijgt. In dit filmpje hoor je het begin van het werk

Aaron Copland (1900 - 1990)

Copland was een zoon van een Joods echtpaar, dat uit Litouwen respectievelijk Polen gemigreerd was. Hij wordt als belangrijkste vertegenwoordiger van de zogenoemde Amerikaanse modernen beschouwd, die een voorliefde voor theatermuziek hadden. In de laatste jaren van zijn leven, waarin hij nauwelijks componeerde, werd hij als de 'grand old man' van de Amerikaanse muziek gezien. De componist en dirigent Leonard Bernstein heeft zich erg voor de muziek van Copland ingezet.

Het bekendste werk van Copland is zonder meer zijn Fanfare for the Common Man, voor koperblazers en slagwerk uit 1942, dat later zelfs bewerkt werd door de Britse popgroep Emerson, Lake & Palmer. Daarnaast gooit zijn ballet Appalachian Spring nog steeds hoge ogen en kun je zijn muziek horen in de film 'The Heiress'.

Kop

Fanfare for the Common Man

Kop

Appalachian Spring kreeg zijn naam pas op het allerlaatste moment. Copland wilde het aanvankelijk simpelweg Ballet for Martha noemen ter ere van degene aan wie hij het werk opdroeg: de legendarische Martha Graham. Maar Graham vond een nieuwe titel, die ze ontleende aan het gedicht The Bridge van Hart Crane en meer in het bijzonder aan een gedeelte daaruit onder de toepasselijke naam “Dance”. Copland zei zelf over het werk: “Appalachian Spring zou nooit tot stand zijn gekomen zonder haar bijzondere persoonlijkheid. De muziek was helemaal op haar toegespitst en weerspiegelt naar ik hoop de unieke kwaliteit van een persoonlijkheid, een Amerikaans landschap en een gevoelswijze.”

George Gershwin (1898 - 1937)

Gershwin werd geboren als zoon van Russisch-joodse immigranten. HIj gebruikte veel jazz in zijn werken en combineerde dat met klassieke structuren.  Hij verdiende zijn brood als liedjescomponist, waar bij veel van zijn werk zijn broer Ira de teksten schreef. Hij schreef musicals maar ondanks grote successen bevredigde dit genre hem op een bepaald moment niet meer. Hij wilde als serieuze componist gezien worden en hij probeerde die erkenning te verdienen met zijn Rhapsody in Blue. Het werk is oorspronkelijk voor piano en jazzband geschreven, en is doorspekt met jazz en klassiek. 

Zijn opera Porgy and Bess (1935) werd zijn meesterwerk, waarin alle gezongen rollen door negerzangers en -zangeressen werden vertolkt.

Kop

Raphsody in Blue, met het karakteristieke begin van de klarinetsolo

Kop

Summertime, een van de bekendste liedjes uit Porgy and Bess

Samuel Barber (1910 - 1981)

Barber schreef het op twee na bekendste werk uit de Amerikaanse klassieke muziek, namelijk het Adagio voor strijkers, ook te horen in de film Platoon (zie pagina 'Filmmuziek')

Barbers Adagio for Strings is een bewerking voor strijkorkest van het tweede deel van zijn Eerste Strijkkwartet uit 1936. In januari 1938 stuurde Barber de partituur naar de dirigent Arturo Toscanini. Deze stuurde het stuk terug zonder commentaar, waardoor Barber zeer geïrriteerd werd. Toen Toscanini dit hoorde liet hij via een vriend horen dat het hij stuk al in zijn geheugen had opgeslagen. Hierop dirigeerde hij ook de première die plaats vond plaats op 5 november 1938 in New York. Barber bewerkte het stuk zelf in 1967 ook voor een achtstemmig koor op de tekst van het Agnus Dei. 

Het stuk wordt gebruikt in het game-of-the-year 1999 computerspel Homeworld, waar het voornamelijk wordt gespeeld gedurende de tussenfilmpjes.

Tiësto speelde dit nummer bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen van 2004.

Kop

De originele muziek van Barber

Kop

Tiësto met Adagio for Strings (het stuk begint na een korte inleiding)

Leonard Bernstein (1918 - 1990)

Net als andere Amerikaanse componisten componeerde Berstein musicals voordat hij doorbrak als dirigent en componist. Hij werd voor het eerst bekend toen hij in 1943 bij een concert in New York als dirigent inviel voor de zieke Bruno Walter. Nadat een aantal musicals al succesvol op Broadway had gedraaid, brak hij internationaal vooral door met zijn musical West Side Story. Jarenlang presenteerde hij op televisie een educatief programma over klassieke muziek. Van 1958 tot 1969 was hij eerste dirigent en artistiek leider van de New York Philharmonic. Met dit orkest nam hij alle symfonieën van Gustav Mahler op. Bernsteins bevlogen interpretaties leidden tot hernieuwde belangstelling voor deze componist.  

Zie voor meer over Bernstein ook de pagina 'Praten over muziek'.

Kop

Een opname van het lied Maria, waarbij Bernstein geïrriteerd raakt, kenmerkend voor zijn temperament. Bekijk vooral de hele documentaire en de musical West Side Story!

Kop

Een van zijn concerten voor jonge mensen uit 1966, met tekst en uitleg tijdens het concert

Kop

Leroy Anderson schreef in 1950 met zijn stuk 'the typewriter' wel iets heel speciaals.

Kop

Zie voor andere Amerikanen als Steve Reich en John Cage de pagina 'Top 20e Eeuw'.