18. nov, 2016

Bach, authentieke of moderne uitvoering?

Johann Sebastian Bach, de keizer binnen de klassieke muziek, de componist die leefde van 1685 tot 1750, de King wiens muziek nog steeds wordt gespeeld en op geen enkele lijst van klassieke muziekliefhebbers ontbreekt. We kennen zijn muziek, we neuriën bekende aria’s, maar wat weten we nu eigenlijk echt van hem en de wijze waarop zijn muziek werd gespeeld, nog nat van de inkt? Muziek die veelal meer dan tweehonderdvijftig jaar geleden werd gecomponeerd, voor de musici van toen, voor de instrumenten van toen, voor het publiek dat vooral bestond uit kerkgangers of leden van het hof. John Eliot Gardiner neemt je mee in deze film en zijn passie is onuitwisbaar. Neem de cantate, een compositie voor koor, solist en instrumentaal ensemble, in de kerk gebaseerd op de eredienst. Gardiner kent ze allemaal.
Een groot deel van zijn leven werkte Bach in dienst van de kerk. In Arnstadt, in Mühlhausen maar voornamelijk in Leipzig, waar hij als cantor werkte met het koor van de Thomaskirche, een jongenskoor dat een groot deel van zijn cantates, die hij voor iedere zondag componeerde, in première bracht. Het was hard werken en in zijn meest productieve periode schreef Bach honderd cantates binnen twee jaar. Over hoe ze werden uitgevoerd is vrijwel niets bekend, alleen dat de ensembles klein waren, er alleen jongens en mannen zongen en waar nodig improviseerden de musici er lustig op los. Bach dirigeerde zelf, gaf aanwijzingen maar noteerde daar niets van in zijn partituren. In de loop van de jaren werden de ensembles steeds groter, ontwikkelden de instrumenten zich waardoor ze steeds luider klonken en werden de jongenssopranen vervangen door vrouwenstemmen, totdat in de jaren 60 van de vorige eeuw sommige musici zich afvroegen of dit wel de juiste interpretatie was van wat Bach had bedoeld. Musici als Harnoncourt, Leonhardt en Brüggen doken in bibliotheken, lazen oude bronnen, speelden op kopieën van oude instrumenten en de zogenaamde ‘authentieke’ uitvoeringspraktijk was geboren. Zo had Bach het bedoeld, met kleine orkesten, violen met darmsnaren bespannen ipv metalen snaren, aanpassingen waardoor de muziek weer fris klonk in hun oren, vaak met hogere tempi gespeeld en een warmere klank dan op de moderne instrumenten. Hadden ze gelijk? De clavecinist Mahan Esfahani is er duidelijk over: “Er zijn een miljoen mogelijkheden om muziek te spelen, je kunt duizend jaar lang interpreteren wat een componist in een enkele dag schreef.”
Juist dat is het fascinerende van muziek. Bach kan op orgel, klavecimbel, piano of synthesizer. Zijn muziek blijft overeind, tot vandaag de dag.